EHBO in bouwbedrijven

De organisatie van de eerste hulp in de bouwonderneming is niet enkel verplicht, maar ook van cruciaal belang, want in deze sector zijn de risico’s talrijk en liggen de frequentie en de ernst van ongevallen hoog. Als de eerste hulp goed georganiseerd is, kan er snel en efficiënt gereageerd worden bij een ongeval of wanneer iemand onwel wordt op de arbeidsplaats.

We leggen hier uit wat de regelmentering terzake zegt.
 

Reglementering

De reglementering inzake EHBO in de bouwsector berust in feite op 2 regelgevingen:

• De algemene regelgeving uit de Codex Welzijn (Boek I Titel 5 “Eerste hulp”);
• De specifieke bepalingen uit bijlage III bij het KB tijdelijke en mobiele bouwplaatsen.

Bepalingen uit de Codex Welzijn

De werkgever moet met de medewerking van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, in functie van de grootte van de onderneming en met de medewerking van de preventieadviseur-arbeidsarts, een aantal maatregelen vaststellen.

Specifiek voor de bouwsector ziet de indeling naar grootte van de onderneming er als volgt uit:

• groep A: ondernemingen met meer dan 200 werknemers
• groep B: ondernemingen met 50 tot 199 werknemers
• groep C: ondernemingen met 20 tot 49 werknemers
• groep D: ondernemingen met minder dan 20 werknemers

In ondernemingen uit de groep A, B of C bepaalt de werkgever, na advies van de preventieadviseur-arbeidsarts en het Comité PBW (als dat er is), het aantal werknemers die belast zijn met de eerste hulp en hun kwalificatie. Dat doet hij in functie van het aantal werknemers in de onderneming, de karakteristieken van de activiteiten van de onderneming en de resultaten van de risicoanalyse. De eerste hulp moet toegediend kunnen worden tijdens de volledige duur van de arbeid.

Deze personeelsleden zijn hetzij hulpverleners met een basisvorming, hetzij hulpverleners met een basisvorming en specifieke kennis en vaardigheden (indien er specifieke risico’s zijn in de onderneming, zoals asbestverwijdering of werken in besloten ruimtes), hetzij verpleegkundigen, hetzij andere aangeduide werknemers.

In ondernemingen uit de groep D wordt de eerste hulp verleend door de werkgever of door een of meerdere werknemers die hij aanduidt en die hiervoor opgeleid zijn. Er is geen verplichting om de basisvorming EHBO gevolgd te hebben, maar de aangeduide personen moeten wel de informatie hebben ontvangen die noodzakelijk is om de verbanddoos te gebruiken en om de gepaste hulpdiensten te verwittigen.

Op bouwwerven zal de risicoanalyse vaak aantonen dat de aanwezigheid van een hulpverlener met een basisvorming noodzakelijk is.
 

Bepalingen uit het KB tijdelijke of mobiele bouwplaatsen

Een van die bepalingen uit bijlage III van dit KB is dat de werkgever ervoor moet zorgen dat er op elk moment opgeleid personeel aanwezig is om eerste hulp te verlenen.

In het KB wordt niet bepaald wie er aangeduid moet worden om de eerste hulp te verstrekken, wat de juiste inhoud is van de vorming van het personeel dat de interventies moet uitvoeren, welke kwalificaties vereist zijn, hoeveel gediplomeerde/gebrevetteerde hulpverleners er aanwezig moeten zijn om interventies te kunnen uitvoeren op de werf

In de praktijk moet op de bouwplaats afgesproken worden dat per 20 werknemers (over alle bedrijven heen) er één werknemer een opleiding heeft gevolgd tot hulpverlener.
 

Verdere info

De Preventiefiche “organisatie van de EHBO” van Constructiv bespreekt de risico's op ongevallen, de regelgeving in België en de preventiemaatregelen voor een goede organisatie van EHBO.

Uiteraard kan u ook steeds terecht bij uw eigen externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.