Woont u in de woning van uw vennootschap, dan is de kans groot dat u vanaf nu bijna de helft minder belastingen betaalt!
24/01/2019
Wanneer de vennootschap een woning aankoopt en vervolgens gratis ter beschikking stelt aan haar bedrijfsleider, ontstaat er een belastbaar voordeel van alle aard in hoofde van de bedrijfsleider.
De bedrijfsleider wordt dus op dit voordeel van alle aard belast in de personenbelasting. De belasting op dit genoten voordeel wordt forfaitair geraamd en het is de berekeningswijze die de laatste jaren meermaals onderwerp van discussie was. In het verleden werd voor de berekening van de belasting een onderscheid gemaakt tussen woningen die door een natuurlijk persoon, dan wel door een rechtspersoon ter beschikking werden gesteld. Een bijkomend onderscheid was er bij de woningen ter beschikking gesteld door een vennootschap. Het onderscheid werd gemaakt op basis van het geïndexeerd Kadastraal Inkomen (KI) dat al dan niet hoger lag dan 745 euro.
Bleef het geïndexeerd KI onder de 745 euro, dan werd het voordeel van alle aard geraamd op 100/60 geïndexeerd KI vermenigvuldigd met factor 1,25. Voor woningen met een geïndexeerd KI van 745 euro of meer was de vermenigvuldigingsfactor 3,8.
Werd de woning ter beschikking gesteld door een natuurlijk persoon, dan was er geen vermenigvuldigingsfactor.
Dit onderscheid werd door de rechtspraak meermaals als discriminatoir aanzien, waardoor een aanpassing zich opdrong. Het voordeel voor de bedrijfsleider blijft immers hetzelfde, ongeacht of de woning ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijk persoon dan wel door een rechtspersoon.
Het KB van 7 december 2018 tot wijziging van het KB/WIB 92 voorziet nu in een uniforme berekeningswijze voor alle gevallen.
De gemeenschappelijke vermenigvuldigingsfactor werd op 2 gebracht, waardoor de zaakvoerders met een geïndexeerd KI van 745 euro of meer een aanzienlijk voordeel genieten ten opzichte van de oude reglementering.
Het voordeel van alle aard in hoofde van de bedrijfsleider wordt sinds 1 januari 2019 berekend volgens de formule: GEÏNDEXEERD KI × 100/60 × 2.
De bedrijfsleider wordt dus op dit voordeel van alle aard belast in de personenbelasting. De belasting op dit genoten voordeel wordt forfaitair geraamd en het is de berekeningswijze die de laatste jaren meermaals onderwerp van discussie was. In het verleden werd voor de berekening van de belasting een onderscheid gemaakt tussen woningen die door een natuurlijk persoon, dan wel door een rechtspersoon ter beschikking werden gesteld. Een bijkomend onderscheid was er bij de woningen ter beschikking gesteld door een vennootschap. Het onderscheid werd gemaakt op basis van het geïndexeerd Kadastraal Inkomen (KI) dat al dan niet hoger lag dan 745 euro.
Bleef het geïndexeerd KI onder de 745 euro, dan werd het voordeel van alle aard geraamd op 100/60 geïndexeerd KI vermenigvuldigd met factor 1,25. Voor woningen met een geïndexeerd KI van 745 euro of meer was de vermenigvuldigingsfactor 3,8.
Werd de woning ter beschikking gesteld door een natuurlijk persoon, dan was er geen vermenigvuldigingsfactor.
Dit onderscheid werd door de rechtspraak meermaals als discriminatoir aanzien, waardoor een aanpassing zich opdrong. Het voordeel voor de bedrijfsleider blijft immers hetzelfde, ongeacht of de woning ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijk persoon dan wel door een rechtspersoon.
Het KB van 7 december 2018 tot wijziging van het KB/WIB 92 voorziet nu in een uniforme berekeningswijze voor alle gevallen.
De gemeenschappelijke vermenigvuldigingsfactor werd op 2 gebracht, waardoor de zaakvoerders met een geïndexeerd KI van 745 euro of meer een aanzienlijk voordeel genieten ten opzichte van de oude reglementering.
Het voordeel van alle aard in hoofde van de bedrijfsleider wordt sinds 1 januari 2019 berekend volgens de formule: GEÏNDEXEERD KI × 100/60 × 2.
Contact
-
Twain De Hondt
adviseur sociale wetgeving, vorming en opleidingarbeidsvoorwaarden, lonen, overuren, buitenlandse tewerkstelling | opleiding
