Bouwunie misnoegd over hervorming MijnVerbouwPremie
Gepubliceerd op: 22/09/2025Op basis van de informatie die nu beschikbaar is, schrapt de Vlaamse regering de MijnVerbouwPremie voor de hoogste lonen. Bouwunie reageert misnoegd. “We hebben nog maar een hervorming van de premies achter de rug, waarbij toen al de middenklasse hard getroffen werd. En nu blijft voor die groep niets meer over, terwijl zij zeker nood hebben aan financiële steun”, aldus Waeytens. De bouworganisatie stelt zich ook vragen bij de inkomensgrens voor wie nu wel nog recht zou hebben op premies. “Het is maar de vraag of deze alleenstaanden met een gemiddeld brutomaandloon van tussen de 3.000 à 3.500 euro of koppels met een gemiddeld gemeenschappelijk brutomaandloon 5.000 tot 5.500 euro überhaupt al de middelen hebben om een woning aan te kopen, laat staan te renoveren”. Bouwunie is formeel: “Wie gaat nog kunnen verbouwen?”. Consumenten zijn in de eerste plaats dupe van de maatregel, maar Bouwunie wijst ook op de gevolgen voor de bouwsector zelf. “Ook de renovatiesector heeft het niet makkelijk. Als consumenten afhaken omwille van geen of minder subsidies, dan heeft dit zeker een impact op de orderboekjes”. Volgens Bouwunie worden ook bouwbedrijven verder in de keten onrechtstreeks getroffen. Ze refereert aan bijvoorbeeld schilders-decorateurs of schrijnwerkers. “Was er dankzij premies of subsidies nog een beetje budget, dan spendeerden consumenten dat aan die inbouwkast of schilderwerken. Nu zullen ze hier zeker op besparen.” Tot slot, volgens Bouwunie zijn steunmaatregelen geen luxemaatregelen. Verbouwen kost geld en mensen zijn door de renovatieplicht ook verplicht om te renoveren. “Als overheid langs de ene kant mensen verplichten om te renoveren of stimuleren om energetische renovaties uit te voeren, maar anderzijds de financiële tegemoetkomingen te pas en te onpas aanpassen of zelfs schrappen, dergelijk beleid gaat er bij ons niet in”. Bouwunie pleit in die zin andermaal voor de optimalisering van de renovatieplicht: een veel langere renovatieperiode om de kosten beter te kunnen spreiden.
De optimalisering van de renovatieplicht houdt concreet in dat je na aankoop van een woning 10 tot 15 jaar de tijd moet krijgen om te renoveren naar het label B of A. Een langere periode creëert meer financiële ademruimte. Bovendien vermijd je zogenaamde zogenaamde lock-ins, halfslachtige renovaties die enkel dienen om een bepaald label te halen. “Denk aan het isoleren van muren, vloeren en ramen. Daarmee krik je een label snel op. Maar wil je over een aantal jaar dan toch gaan naar een warmtepomp met vloerverwarming, dan moet je alle vloeren weer uitbreken. En zo gaat je eerdere investering verloren. De bouworganisatie koppelt de langere termijn ook aan een individueel renovatiemasterplan, waarbij je stapsgewijs aantoont hoe en wanneer je bepaalde renovaties zal doen. En deze stappen moeten strikt worden opgevolgd, om uitstelgedrag te vermijden. Binnen de twee jaar na aankoop moeten particulieren dat plan neerleggen.