Bouwunie vraagt versoepeling vervoersregels
28/06/2020
Sinds 18 maart is het verplicht om 1.5 meter afstand te bewaren tijdens het vervoer van en naar de werf. Wanneer die afstand niet kan gegarandeerd worden, moet een afscheiding voorzien worden of moeten mondmaskers gedragen worden waarbij de bezetting in het voertuig beperkt moet blijven. “Deze regels zijn ingevoerd bij het uitbreken van de coronacrisis toen de lockdown werd afgekondigd. Door de verstrengde regels is het in kleine camionetten vaak onmogelijk om met meerdere personen plaats te nemen. Daardoor hebben aannemers te kampen met extra kosten: ze moeten voor extra transport zorgen, er is geïnvesteerd in afscheidingsschermen of ze betalen een verplaatsingsvergoeding als hun werknemers eigen vervoer gebruiken. Bovendien zorgen de bijkomende voertuigen ook vaak voor plaatsgebrek op de werven en extra verkeer op de weg”, zeg Jean-Pierre Waeytens.
De totale kost voor een gemiddelde bouw-KMO om rekening te houden met de maatregelen voor het collectief vervoer komt neer op acht- à tienduizend euro per jaar. Ook de huur of aankoop van extra voertuigen zijn lopende kosten voor de bouwbedrijven. Deze meerkost zal uiteindelijk worden doorgerekend aan de klant.
Aangezien eventuele steunmaatregelen van de overheid om deze kosten te compenseren uitblijven, vraagt Bouwunie om voor het collectief bouwvervoer dezelfde regels te hanteren als voor het openbaar vervoer of voor vliegverkeer. Jean-Pierre Waeytens: “Op de werven wordt meestal met dezelfde collega’s samengewerkt. Het is een logische stap om, nu het aantal besmettingen afneemt, de verstrengde vervoersregels terug te versoepelen. Mits het dragen van mondmaskers moet het mogelijk zijn om de volledige capaciteit van de voertuigen te benutten.”
Contact
-
Jean-Pierre Waeytens
gedelegeerd bestuurderplanning & strategie | belangenbehartiging & sociaal overleg