Lastenverlaging in de bouw: eindelijk is die er! Of toch niet?

De wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie heeft een nieuwe lastenverlaging ingevoerd voor ploegenarbeid in de bouw.
 

Nieuwe, bijkomende definitie van ploegenarbeid

De nieuwe lastenverlaging is enkel van toepassing op een vorm van ploegenarbeid die zeer gangbaar is in de bouw. Om te kunnen genieten van deze lastenverlaging moet de ploeg (of moeten de ploegen) aan onderstaande voorwaarden voldoen:

• er dient gewerkt te worden in een of meerdere ploegen,
• van minstens 2 personen,  
• die hetzelfde werk verrichten of complementair werk verrichten (zowel inzake inhoud als omvang).

 

Werken in onroerende staat

De lastenverlaging zal enkel worden toegekend indien de betrokken arbeiders werken verrichten die beschouwd kunnen worden als werken in onroerende staat, conform de btw-wetgeving.

Dit houdt dus in dat de lastenverlaging niet enkel beperkt is tot de bouwsector, maar ook kan toegepast worden door bedrijven in andere sectoren (zoals het PC126) die werken in onroerende staat uitvoeren, bv. het plaatsen van ramen en deuren, parket, trappen, keukens, inbouwkasten en interieurinrichting.
 

Loon- en werfvoorwaarde

Naast de voorwaarde dat moet gewerkt worden volgens de nieuwe ploegendefinitie, alsook dat het moet gaan over werken in onroerende staat, zijn er nog 2 bijkomende voorwaarden die moeten gerespecteerd worden.

In eerste instantie gaat het over het brutoloon van de betrokken arbeider. Dit moet ten minste 13,75 euro per uur bedragen. Deze voorwaarde vormt voor de bouwsector geen probleem, omdat het minimumloon sowieso hoger ligt.

Vervolgens zal het voordeel enkel worden toegekend wanneer de betrokken werknemers in ploegverband op locatie werken. Hiermee wordt bedoeld dat ze op werven moeten werken.
 

Voor wie is het voordeel en hoeveel bedraagt dit?

Het voordeel komt volledig ten goede aan de werkgever. Dit gebeurt door middel van het systeem van vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, ook wel het fiscaal mechanisme genoemd. Dit is niet echt nieuw voor onze sector. De lastenverlaging op onze overuren wordt via hetzelfde systeem toegepast.

De hoogte van het voordeel is weliswaar niet van dezelfde orde. De vermindering stijgt jaar na jaar om op kruissnelheid te komen vanaf 2020:

• 2018: 3%
• 2019: 6%
• vanaf 2020: 18%

Dit percentage wordt toegepast op het bruto-uurloon aan 100% voor het aantal uren dat in deze ploegenarbeid gewerkt werd. Het resultaat ervan is de niet door te storten bedrijfsvoorheffing en is dus gelijk aan uw lastenverlaging.
 

Vanaf 1 januari 2018 van toepassing…

In principe kan u van dit nieuw voordeel genieten op de lonen die u betaald hebt vanaf 1 januari 2018 – voor zover aan alle andere voorwaarden voldaan wordt. Het voordeel wordt toegekend via de periodieke aangifte voor de bedrijfsvoorheffing.
 

... maar…

Inderdaad er is een maar…
Er zijn nog een aantal praktische en interpretatieve onduidelijkheden. De fiscus werkt hieraan en Bouwunie volgt dit van nabij op.
Wij hopen op korte termijn tot een vergelijk te kunnen komen om u zo spoedig mogelijk te kunnen laten genieten van het nieuwe voordeel.