7.000 arbeiders verloren in de bouw
Gepubliceerd op: 28/09/2025Sinds 2021 gingen zo’n 7.000 arbeidersjobs verloren in de bouwsector. Telde de bouw in het eerste kwartaal van 2021 nog 147.016 arbeiders, dan daalde dat aantal naar 140.206 in het eerste kwartaal van 2025. Dat blijkt uit cijfers van het sectorfonds Constructiv die Bouwunie analyseerde. Vergelijken we met 2012, het begin van de financiële crisis in de bouw, dan gaat het zelfs over 34.000 verloren jobs. Het aantal werkgevers daalde sinds 2021 met 1.060. Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens noemt de situatie “zorgwekkend”. “Van oudsher is de bouwsector de motor van onze economie. De bouw zorgt voor heel wat rechtstreekse en onrechtstreekse tewerkstelling. Maar die motor sputtert al geruime tijd”, aldus Waeytens. Als verklaring voor de dalende tewerkstelling verwijst Bouwunie naar het hoge aantal faillissementen en het dalend aantal starters. “De bouwsector zit echt in crisis. Het aantal nieuwbouwvergunningen blijft dalen, wat al geruime tijd druk zet op de nieuwbouwsector. De renovatiesector hield lang stand, maar ook die orderboekjes slinken stilaan. Het windhaanbeleid van de Vlaamse regering doet hier nog een schepje bovenop”. De bouworganisatie refereert aan de Septemberverklaring waarin de regering besliste om renovatiepremies en de EPC-premie (voor bepaalde inkomens) te schrappen, nadat ze de spelregels nog maar enkele maanden ervoor had veranderd. De bouworganisatie pleit voor een langetermijnbeleid dat bouwondernemers effectief ondersteunt in plaats de vandaag vaak ad hoc politiek. Concreet denkt Bouwunie aan een drastische administratieve vereenvoudiging, een verlaagd btw-tarief voor een modale nieuwbouwwoning en een algemene belastingaftrek voor particulieren. Bouwunie herhaalt dat ze in geen geval een versoepeling of afschaffing wil van de renovatieplicht. Zelf pleit de bouworganisatie voor een optimalisering (naar een hoger label dan D, maar over 10 tot 15 jaar).
Bouwunie pleit ervoor om 15 procent van alle bouwuitgaven en -investeringen aftrekbaar te maken van het belastbaar inkomen. Met een plafond van 7.000 euro per jaar en op voorwaarde dat je officiële facturen van aannemers kan voorleggen. Dus de maatregel geldt niet voor doe-het-zelvers. Voor energiebesparende uitgaven kan dat plafond verhoogd worden tot 9.000 euro. Een voorbeeld: je belastbaar inkomen is 30.000 euro. Na de belastingen blijft daar nog ongeveer 15.000 tot 20.000 euro van over. Deed je bouwuitgaven met een plafond van 7.000 euro, dan is je belastbaar inkomen geen 30.000 euro, maar 23.000. In plaats van 10.000 tot 15.000 euro belasting betaal je dan “maar” 6.500 tot 11.500 euro belasting. Ofwel een voordeel van 3.500 euro.