Interview met Tifre

Gepubliceerd op: 26/05/2025

“Graag op je werk zijn, vind ik heel belangrijk”

De ontlading was groot in het Brugse BMCC op de Gouden Baksteen. Gejuich, gelach en misschien zelfs hier en daar een traantje van blijdschap. Zo graag wilden de collega’s van Tifre de award ‘Werkgever van het Jaar’. Zo verdiend voelde die ook aan. “Een mooie erkenning en bekroning”, klonk het bij bestuurders Kelly Van Landeghem en Frederik Smet op het podium. Hun geheim? “Met je bedrijfscultuur kan je echt het verschil maken.”

Tekst: Sanderijn Vanleenhove – Foto’s: Wouter Vanvooren

Kelly Van Landeghem: “Hoewel we geëvolueerd zijn naar een groter bedrijf met vijftig mensen in loondienst en zo’n dertig onderaannemers, blijven we een familiebedrijf. Onze mensen moeten weten en voelen dat ze meer zijn dan een nummer die van acht tot vijf een job komt uitoefenen. Graag op je werk zijn, vind ik heel belangrijk.”

“Met een bedrijfscultuur kan je echt het verschil maken. Bij ons vertaalt zich dat ook in grote en kleine dingen. Denk aan een fietsleaseplan, bedrijfswagens, fruit op het werk enzovoort. Elke vrijdag openen we ons Tifre-café waarin iedereen samenkomt. Het draait rond meer dan het klassieke pintje, het gaat over verbondenheid.”

Eigen app

“Onze eigen bedrijfsapp was echt een bewuste keuze om structuur te brengen en de verbondenheid te versterken. Vroeger moest je iemand persoonlijk aanspreken of mailen voor een nieuwe werkbroek of een onderhoud van de camionette. Nu regel je dat via de app.”

Op de app vind je ook de verjaardagen, toolboxen en je kan foto’s posten van een geslaagde werf of een attentie van een klant. Waardoor de app tweerichtingsverkeer is. Niet puur van ‘de baas wil ons iets laten weten’. Ik heb trouwens een hekel aan de woorden ‘baas’ of ‘personeel’. De app is bovendien meertalig, zodat we onze anderstalige collega’s mee krijgen. Er werken hier namelijk mensen met verschillende nationaliteiten.”

“Hoe groter het bedrijf, hoe belangrijker de communicatie. Gebrekkige communicatie leidt tot frustraties en misverstanden. Zelf kom ik uit de banksector. Ik verdiende goed, ik had goede uren. Maar de bedrijfscultuur lag me niet. Frederik en ik hebben altijd gezegd dat we het beter wilden doen.”

Jobcafé

“Niet lang nadat we de award wonnen, organiseerden we een jobcafé. Wie interesse had in een job in ons bedrijf, was welkom voor een hapje en een drankje. Ze konden het team ontmoeten en het bedrijf leren kennen. We speelden al langer met het idee en de titel Werkgever van het Jaar was een mooie aanleiding. Maar we moesten natuurlijk wachten tot we zeker wisten dat we de award gewonnen hadden (lacht).”

“Toen de titel binnen was, gingen we er volledig voor. We lieten broodzakken drukken met het opschrift ‘Wil je werken bij de beste werkgever van de bouwsector?’, we legden flyers en speelden de award uit op sociale media… Ook de rest van het jaar blijven we in onze communicatie inzetten op onze verkiezing als beste werkgever.”

“De dag van het jobcafé was spannend. Niemand moest op voorhand inschrijven, dus we hadden eigenlijk totaal geen idee hoeveel mensen we moesten verwachten. Het was een succes. Zo vonden we jobstudenten en er lopen nog sollicitaties voor vaste functies.”

Het leger boven de bouw

“We zetten ook een samenwerking met een technische school in de buurt op. Zo organiseren we een themadag waarop de leerlingen bij ons de nieuwste technieken kunnen zien en uitproberen. Een verschil met de school waarin ze vaak met verouderde machines werken.”

“We informeren de jongeren ook over de verdienste in de bouw. Veel leerlingen weten dat niet. Om je een idee te geven. Vaak kiezen jongeren uit een bouwopleiding voor het leger omdat ze denken dat ze daar veel meer kunnen verdienen.”

“Als we met zo’n uitwisseling toch een paar jongeren kunnen warm maken voor een job in de bouwsector, dan is onze missie geslaagd. Mensen vinden, is en blijft een uitdaging. De instroom is te beperkt. Je moet er als bedrijf dan echt wel uitspringen om wie wel rondloopt tot bij jou te krijgen. Een Gouden Baksteen voor Beste Werkgever helpt dan wel (lacht).”

Pushen om verder te studeren

“Mijn man zat vroeger in een overvolle klas schrijnwerkerij. Die op het einde van de rit allemaal kozen voor de bouwsector. Nu bestaat de opleiding schrijnwerkerij uit slechts enkele leerlingen.”

“Er wordt vandaag ook sterk gestuurd op algemene richtingen met de bedoeling om verder te studeren. Maar dat lukt niet altijd. Ik denk dat je kinderen al vanaf de lagere school moet laten kennismaken met het vak. Via bouwkampjes, Technopolis, stages… Er zijn zoveel manieren om ze warm te maken voor het vak.”

Omscholingstraject

“Het zevende jaar in duaal leren vind ik wel een goede beslissing. Op die manier kunnen de leerlingen toch al iets verdienen en is de overgang tussen het zesde jaar en fulltime werken minder bruusk. Bovendien zien ze in dat jaar hoe het er echt aan toegaat in de sector, wat meer jongeren hopelijk zal overtuigen om voor de bouw te kiezen.”

“Ook een soort van omscholingssysteem waarbij de overheid mee de opleidingskost draagt, zoals die vandaag voor de zorg bestaat, zou onze sector helpen. Iemand zonder ervaring volledig opleiden, is vandaag bijna niet haalbaar.”

“De instroom is een probleem en gaat een probleem blijven. Je kan geen mensen bijmaken. Daarom doen we er bij Tifre alles aan om de goede mensen die we hebben te houden.”

Opvolging

Is er mogelijke instroom van binnen de eigen familie? “Onze drie kinderen steken af en toe een handje toe in het bedrijf. Onze zoon studeert IT. Hij werkt nu aan een VR-project waarmee klanten hun toekomstige renovatie virtueel kunnen beleven.”

“Ze zijn zeker geïnteresseerd in wat we doen. Maar we stimuleren hen niet om in het bedrijf te stappen. Het is niet omdat wij een bepaalde keuze maakten, dat zij dat ook moeten doen.”

Kelly Van Landeghem van Tifre