Wijzigingen regelgeving stookolietanks vanaf 1 januari 2025
Sinds 1 januari 2025 gelden verschillende wijzigingen aan de regelgeving m.b.t. stookolietanks. Het gaat om een reeks technische en/of juridische aanpassingen, het artikel hierna bevat niet de gedetailleerde opsomming van alle wijzigingen maar een samenvatting van de belangrijkste aanpassingen.
Particuliere stookolietanks minder dan 5.000 kg (tot circa 6.000 liter) bij een woning
Uitfasering alarmfluitjes
- Om overvulling te vermijden, en zo bodemverontreiniging te voorkomen, legt de overheid nieuwe regels op voor een overvulwaarschuwingssysteem met alarmfluitje. Omdat alarmfluitjes gevoelig zijn voor vervuiling en verstopping, moeilijk te testen zijn, en de werking in het gedrang komt bij een te hoog of te laag luchtdebiet, worden deze uitgefaseerd.
- Een alarmfluit is niet meer afdoende voor nieuwe tanks.
- Voor bestaande stookolietanks geplaatst voor 1 januari 2025 met alleen maar een alarmfluit als waarschuwingssysteem: is dit slechts afdoende tot en met 31 december 2035. Na deze deadline moet de opslagtank voorzien zijn van een automatische overvulbeveiliging of overvulwaarschuwing met een akoestisch systeem dat geen alarmfluitje is.
De tank moet uitgerust zijn met een mogelijkheid tot peilmeting. Dit mag aan de hand van een peilstok.
Voorafgaand aan een levering, kan de brandstofleverancier het attest van de installatie of de laatste periodieke controle opvragen aan de exploitant.
Lekdetectiesysteem
- Particuliere stookolietanks uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem die alleen een visueel of akoestisch signaal geven mogen verder ingezet worden tot en met 31 december 2035.
- Uiterlijk op 1 januari 2036 moeten deze lekdetectiesystemen vervangen zijn door een permanent lekdetectiesysteem met een akoestisch én visueel signaal.
Een rode merkplaat moet door de erkende technicus niet langer gemeld worden aan de VMM, maar aan de lokale toezichthouder. Als het gaat om tanks die zich bevinden in waterwingebied, of een beschermingszone type I, II of III van een grondwaterwinning die bestemd is voor de openbare watervoorziening, moet ook een melding gebeuren bij de betrokken drinkwatermaatschappij.
Bij buitengebruikstelling, moet het ledigen en reinigen van de tank binnen de 36 maanden gebeuren.
Bij ondergrondse opslagtanks, die rechtstreeks in de grond zijn gegraven, moet de erkende technicus stookolietanks op het attest expliciet motiveren waarom de tank niet verwijderd kan worden bij buitengebruikstelling.
VLAREM-ingedeelde stookolietanks voor de verwarming van een gebouw
Dit betreft stookolietanks met een inhoud van meer dan 5.000 kg (> 6.000 liter stookolie) bij woningen, opslagtanks voor verwarming in bedrijven, enz.
Uitfasering alarmfluitjes
- Een alarmfluit is niet meer afdoende voor nieuwe tanks.
- Een tank geplaatst voor 1 januari 2025, met alleen maar een alarmfluit als waarschuwingssysteem, is slechts afdoende tot en met 31 december 2027.
Ondergrondse tanks moeten worden voorzien van een permanent lekdetectiesysteem. De bestaande uitzondering voor tanks uit gewapende thermohardende kunststoffen of uit roestvrij staal zal alleen nog gelden voor tanks gebouwd voor 1 januari 2025.
Er worden enkele wijzigingen doorgevoerd ter verduidelijking van de acties die nodig zijn na de installatie, maar voor de ingebruikname van de tank. Zo dient bv. ook het leidingwerk rond een ondergrondse tank aan een dichtheidsbeproeving te worden onderworpen vooraleer de tank in gebruik genomen kan worden.
Een rode merkplaat moet door de erkende technicus niet langer gemeld worden aan de VMM, maar aan de lokale toezichthouder. Als het gaat om tanks die zich bevinden in waterwingebied, of een beschermingszone type I, II of III van een grondwaterwinning die bestemd is voor de openbare watervoorziening, moet ook een melding gebeuren bij de betrokken drinkwatermaatschappij.