Toezicht op erkende technici gasvormige en vloeibare brandstof

Laatst bijgewerkt: 04/12/2025

De afdeling Handhaving, onderdeel van het Departement Omgeving (Vlaamse Overheid), oefent toezicht uit op erkende technici die werken met gasvormige en vloeibare brandstoffen. De wettelijke basis voor dit toezicht is vastgelegd in het Stooktoestellenbesluit en VLAREL.

Het toezicht gebeurt zowel proactief als reactief:

  • Proactief toezicht houdt in dat een erkend technicus willekeurig wordt geselecteerd. In samenwerking met een opleidings- en expertisecentrum wordt een plaatsbezoek uitgevoerd aan een centraal stooktoestel waarop recent een periodiek onderhoud of een keuring voor eerste ingebruikname werd uitgevoerd. Daarbij wordt nagegaan of de erkenningsplichtige werkzaamheden correct zijn uitgevoerd.
  • Reactief toezicht vindt plaats naar aanleiding van klachten die derden indienen bij de afdeling Handhaving.

In wat volgt, lichten we de 5 meest voorkomende vaststellingen uit deze controles toe.

Geen geldige erkenning

Wie een periodiek onderhoud of een keuring voor eerste ingebruikname uitvoert aan een centraal stooktoestel op gasvormige of vloeibare brandstof, moet beschikken over een Vlaamse erkenning. Zonder erkenning deze werkzaamheden uitvoeren, is een milieumisdrijf.

Veelvoorkomende redenen voor het ontbreken van een erkenning zijn:

  • Nooit erkend geweest.
  • Erkenning vervallen wegens geen verplichte bijscholing.
    De erkenning is vijf jaar geldig. Voor het verstrijken van deze termijn moet de technicus een bijscholing volgen en slagen voor het bijbehorende examen. Er worden geen herinneringsbrieven meer verstuurd; het is de verantwoordelijkheid van de technicus om zich tijdig in te schrijven.
  • Erkenning behaald in een ander gewest of land.
    Erkenningen uit Brussel, Wallonië of het buitenland zijn niet geldig in Vlaanderen. Vlaamse erkenning is verplicht, aangezien de Vlaamse codes van goede praktijk en bouwvoorschriften moeten worden gevolgd.
  • Misverstand over reinigingsbeurten.
    Het reinigen van een centraal stooktoestel maakt deel uit van het periodiek onderhoud en vereist dus ook een erkenning.

Attesten worden niet of te laat afgeleverd

Na het uitvoeren van het periodiek onderhoud of de keuring moet het bijbehorende attest onmiddellijk aan de eigenaar of gebruiker van het toestel bezorgd worden, zoals bepaald in artikel 15 van het Stooktoestellenbesluit.

Het achterhouden van attesten tot na betaling van de factuur, of het helemaal niet bezorgen ervan, is in strijd met de regelgeving. Attesten mogen niet worden gebruikt als drukmiddel. De technicus is volledig verantwoordelijk voor de correcte en tijdige aflevering.

Foutieve of onvolledige attesten

Veelvoorkomende fouten zijn:

  • Verkeerd genoteerd nominaal vermogen
  • Foutieve aansluitingswijze van het toestel
  • Arbeidsduur ontbreekt
  • Attest is niet ondertekend door de technicus
  • Attest is niet ondertekend door de klant
    (Bij afwezigheid van de klant moet dit vermeld worden op het attest)
  • Geen initiële meting uitgevoerd
    (Toegestaan in specifieke omstandigheden, maar moet gemotiveerd worden op het attest)
  • Geen meetprints toegevoegd bij manueel ingevulde attesten

Onjuiste beoordeling van de werking van het toestel

Tijdens onderhoud of keuring maakt de technicus een beoordeling van de veiligheid en werking van het toestel. Soms is de eigenaar of gebruiker het hier niet mee eens en wordt een klacht ingediend. In dat geval kan de afdeling Handhaving een plaatsbezoek organiseren om de beoordeling te controleren. De technicus wordt daarbij uitgenodigd om toelichting te geven.

Onvolledige uitvoering van de werkzaamheden

Artikel 12 van het Stooktoestellenbesluit beschrijft hoe een keuring voor eerste ingebruikname uitgevoerd moet worden. Artikel 13 bepaalt wat er bij een periodiek onderhoud moet gebeuren. Beide artikelen beschrijven de minimale verplichte handelingen.

Toch stellen we vast dat:

  • Bij periodiek onderhoud de reinigingsbeurt niet altijd wordt uitgevoerd.
  • Bij keuring voor eerste ingebruikname verbrandingswaarden niet worden gemeten of opgenomen in een verbrandingsattest.

Indien de technicus deze verplichte handelingen niet correct uitvoert, wordt hiertegen gehandhaafd.

Info