Minister Diependaele wil financiering van monumentale gebouwen herbekijken
14/09/2020
Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) wil de financiering van monumentale gebouwen herbekijken. "We hebben de neiging het zeer ver te laten komen en dan totaalrenovaties te doen", zegt Diependaele in de marge van Open Monumentendag. Hij wil de financiering van het onderhoud van monumentale gebouwen verhogen zodat renovatiekosten op lange termijn gedrukt worden.
Diependaele werkt aan een plan dat hij volgende week wil voorleggen aan de Vlaamse regering. Er komt een nieuwe filosofie achter het investeringsbeleid. "We gaan regelmatig onderhoud doen", klinkt het. "Dan heb je minder verloedering en druk je de kosten op lange termijn. De minister wil ook dat premies sneller toegekend worden en dat lokale besturen een belangrijke rol krijgen in het beheer van het patrimonium. "We zitten vandaag met een wachtlijst van 5 tot 6 jaar. Dat is niet goed voor lokale besturen en private eigenaars die zin en goesting hebben om te investeren." Er is momenteel sprake van 439 premiedossiers voor Onroerend Erfgoed op de wachtlijst, goed voor een bedrag van ruim 235 miljoen euro. Ondanks de budgettaire krapte wil de minister niet besparen op die uitgaven. "De economie moet een doorstart maken. Via onroerend erfgoed kunnen we dat doen", vindt Diependaele. De investeringen zijn nodig en hebben ook een economisch belang. Onroerend erfgoed zorgt bijvoorbeeld voor heel wat overnachtingen. "In totaal gaat het om een meerwaarde van 2,7 miljard die onroerend erfgoed onrechtstreeks genereert. In de bouwsector worden 11.000 mensen rechtstreeks tewerkgesteld. "Bij onroerend erfgoed is het zo dat men de helft eigen arbeidskrachten moet inschakelen", geeft de minister nog mee. "Men moet mensen van hier in dienst nemen. Belangrijk voor de tewerkstelling en economische heropstart."
Diependaele werkt aan een plan dat hij volgende week wil voorleggen aan de Vlaamse regering. Er komt een nieuwe filosofie achter het investeringsbeleid. "We gaan regelmatig onderhoud doen", klinkt het. "Dan heb je minder verloedering en druk je de kosten op lange termijn. De minister wil ook dat premies sneller toegekend worden en dat lokale besturen een belangrijke rol krijgen in het beheer van het patrimonium. "We zitten vandaag met een wachtlijst van 5 tot 6 jaar. Dat is niet goed voor lokale besturen en private eigenaars die zin en goesting hebben om te investeren." Er is momenteel sprake van 439 premiedossiers voor Onroerend Erfgoed op de wachtlijst, goed voor een bedrag van ruim 235 miljoen euro. Ondanks de budgettaire krapte wil de minister niet besparen op die uitgaven. "De economie moet een doorstart maken. Via onroerend erfgoed kunnen we dat doen", vindt Diependaele. De investeringen zijn nodig en hebben ook een economisch belang. Onroerend erfgoed zorgt bijvoorbeeld voor heel wat overnachtingen. "In totaal gaat het om een meerwaarde van 2,7 miljard die onroerend erfgoed onrechtstreeks genereert. In de bouwsector worden 11.000 mensen rechtstreeks tewerkgesteld. "Bij onroerend erfgoed is het zo dat men de helft eigen arbeidskrachten moet inschakelen", geeft de minister nog mee. "Men moet mensen van hier in dienst nemen. Belangrijk voor de tewerkstelling en economische heropstart."
Bron: Belga
